Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

 

Artikel 16.21 Bijdrage uit ?s Rijks kas ten behoeve van aangewezen theologische en levensbeschouwelijke universiteiten en seminaria
1
Uit ?s Rijks kas wordt jaarlijks door Onze minister een bijdrage verleend aan:
a
[vervallen],
b
de Protestantse Kerken in Nederland ten behoeve van de krachtens artikel 6.9 aangewezen Protestantse Theologische Universiteit te Kampen,
c
de Christelijk Gereformeerde Kerken in Nederland ten behoeve van de krachtens artikel 6.9 aangewezen Theologische Universiteit der Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland te Apeldoorn.
2
Uit ?s Rijks kas wordt jaarlijks door Onze minister een bijdrage verleend aan de Stichting Humanistisch Instituut voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek te Utrecht ten behoeve van de krachtens artikel 6.9 aangewezen Universiteit voor Humanistiek te Utrecht.
3
Uit ?s Rijks kas wordt jaarlijks door Onze minister een bijdrage verleend ten behoeve van de seminaria tot opleiding van leraren van een kerkgenootschap of tot een ambtsopleiding, uitgaande van:
a
het Nederlands-Israƫlitisch Kerkgenootschap,
b
[vervallen],
c
de Remonstrantse Broederschap,
d
de Algemeen Doopsgezinde Sociƫteit,
e
de Oud-Katholieke Kerk, en
f
de Unie van Baptisten Gemeenten in Nederland.
4
Bij algemene maatregel van bestuur wordt de omvang van de rijksbijdrage, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, uitgedrukt in een percentage van de netto-exploitatielasten, vastgesteld.
5
Op de inschrijving van studenten aan een universiteit, voorzover het een opleiding betreft ten behoeve waarvan krachtens het eerste dan wel tweede lid een rijksbijdrage wordt verleend, zijn de artikelen 7.37, tweede lid, 7.43, 7.48 en 7.49 van overeenkomstige toepassing.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •